Institutionele Psychotherapie

Sinds mijn stage in la Borde (Frankrijk), een ontmoeting met Jean Oury, en Marc Ledoux, maar misschien nog meer met een stijl, die bepaalde sfeer op deze unieke plaats, is deze wijze van benaderen van de mens een leidraad geworden in mijn omgaan met anderen.
Op de foto zijn Jean Oury en Mark Ledoux te zien in Leuven, het cultureel centrum, waar gedurende enkele jaren de beweging van de Institutionele Psychotherapie samenkwam voor zijn studiedagen. Die beweging heeft zich nu verenigd als een vzw, met als bedoeling de beweging die bestaat in België een onderbouw en steun te geven. Marc Ledoux is hierbij een bindende en dynamiserende kracht.

Eerste studiedag van de Institutionele Psychotherapie, in Leuven met jean Oury en Marc Ledoux


Ikzelf werkte als therapeutisch coordinator in een therapeutische gemeenschap die zich baseert op deze principes van de Institutionele Psychotherapie: La Traversière
Institutionele psychotherapie staat voor een verzameling van ideeën en praktische toepassingen, ontstaan meestal in psychiatrische verzorgingsplaatsen. Verschillende facetten spreken mij aan in deze wijze van benadering: één basisidee is het laten ontstaan al gaande, waarbij het proces belangrijker is dan het doel (Maldiney). Hoe kan men vooruit in het leven, niet door te sluiten, maar door te openen. Hoe kan men die dialektiek tussen openen en sluiten op een stabiele wijze uitbouwen? Hoe kan men een evolueren in project houden? Hierbij dient er een evenwicht gevonden te worden tussen sluiten en openen.

Waarom kan dit openen zo belangrijk zijn? Indien je iets wil bereiken dat reeds bestaat dan kan men spreken van een kopiëren. Een kopie heeft geen eigenheid. Het openen toelaten, om het eigene, persoonlijke van jezelf of de ander toe te laten vraagt een niet zo vertrouwde ingesteldheid. Misschien lijkt het u eenvoudig om u voor te stellen dat u open staat. En misschien is dat ook zo. Maar door onze vroegere ervaringen gaan we op een bepaalde wijze om met het nu. We hebben een soort van bril op. Onze automatismen bepalen hoe we de wereld om ons heen beleven.

Nog veel ingewikkelder is het rekening houden met deze openheid in een werksituatie. Hier moet er gedacht worden naar structuren toe. Hoe zorg je ervoor dat bijvoorbeeld hiërarchische verschillen niet contra-productief werken? Hoe maak je het mogelijk dat verantwoordelijkheden niet voortdurend afgeschoven worden? Hoe maak je dat je eigen weefsel en dat van een struktuur, werk, instituut, familie niet verstart, maar soepel blijft? Eenvoudige formules bestaan er niet natuurlijk, maar richtingaanwijzers lijken er mij wel te maken. Een vermoeid gevoel kan dan plaats maken voor energie, men kan van het bijna onmogelijke en moeilijke weer een “mogelijk” maken. In de psychiatrie word ik vaak geconfronteerd met dat zogenaamde onmogelijke, dat geslotene. Het is een dagdagelijkse vraag: “Wat doe ik hier in godsnaam?”

Institutionele Psychotherapie is natuurlijk verbonden met de vraag naar wat de psychose is. Hoe kan men een menselijke ervaring als de psychose begrijpen? Je kan enkele van mijn ideeën terugvinden in volgende tekst geschreven naar aanleiding van de vertoning van Wachten op Godot van Samuel Beckett

Al jaren bouwt Jean Oury aan een theoretisch kader om de structuur van de psychotische mens beter te begrijpen. De combinatie van theorie en praktijk, praxis, geeft mogelijkheden om een instelling te herdenken als een therapeutisch geheel (Institutionele psychotherapie).  Om mensen te verzorgen, moet men eerst en voortdurend de instelling verzorgen. De kracht van zijn denken ligt voor mij in zijn voortdurend terug opengooien van datgene dat gesloten is. Niet alleen inhoudelijk maar ook in zijn stijl bevraagt hij kritisch onze drang naar het objectieve, het objectiverende. Nauw verbonden met Jean Oury zijn François Tosquelles, Felix Guattari, Léopold Szondi, Jacques Schotte, Imre Hermann. 

Vanuit le Méridien was er de franstalige Opleiding van Institutionele psychotherapie In Brussel waar ik actief was.

De interclub, het samenkomen van de verschillende clubs vanuit verschillende werkplekken, bestaat nog steeds. 

Rizoom, een kleinschalig initiatief blijft samenkomen en investeert nu in het vertalen van werken gelinkt aan het institutioneel denken naar het Nederlands.